Panhoventocht
+32 495 201 456
Panhovenstraat 5 Peer

Niet iedereen beschikt over evenveel talent om een groot menner te zijn. Maar iedereen kan wel enkele beginselen toepassen die het onderscheid maken tussen een correcte menner en een niet door enige kennis gehinderde dilettant. Zo bepaalt de traditie dat elke menner rechts op de rijtuigbok zit.

De enige uitzondering hierop is het mennen met een Friese sjees waar de menner traditioneel links zit op de bank van zijn rijtuig. Maar we mogen toch aannemen dat u niet direct met een originele Friese sjees een bosrit gaat rijden. Dus neemt u als menner rechts op de bok plaats.

Een menner houdt tijdens het rijden altijd de zweep in de rechterhand. Iemand die op de koets zonder zweep rijdt kan vergeleken worden met ruiter die zonder zijn benen te gebruiken in het zadel zit. De zweep dient namelijk, zoals de stem en de leidsels, als hulpmiddel bij het mennen om uw paard of pony aanwijzingen te geven. Indien nodig kan de zweep ook aangewend worden om uw paard te straffen. Maar veel vaker kunt u haar gebruiken om uw paard te belonen en aan te moedigen. Dit vergt wel enige oefening wanneer uw paard niet vertrouwd is met een aanraking door de zweep.

Een menner kan zijn paard belonen door bijvoorbeeld tijdens het stappen met de punt van de zweep op de rug van het paard te wrijven. Vele paarden voelen dit aan als een bevestiging dat hun menner tevreden is over het werk dat zij leveren.

U hoeft ook niet kost wat kost volgens het Achenbach-systeem te mennen om een wandeling te maken, alhoewel dit zeker niet verboden is. Maar elke menner moet beseffen dat leidsels bestemd zijn om uw paard te leiden, in de hand te stellen en alle bewegingen te laten uitvoeren die u van hem vraagt. Leidsels dienen dus niet om aan te rukken of om met een golfbeweging uw paard aan te sporen, of nog, om als slappe koorden doelloos rond te laten zwieren.

Pas niet de ergerlijke menstijl toe die u soms in Western-films ziet, want daar kunt u echt geen voorbeeld aan nemen.